dinsdag 29 mei 2012

Mijn ware Ik

Na al die jaren 'op zoek naar mezelf' ben ik er eindelijk achter.


Ik blijk gewoon een ordinaire robot te zijn. Het tegendeel bewijzen lukte me in elk geval niet. O gij stervelingen, help me eens dit te ontcijferen?



maandag 28 mei 2012

Drie maal zeven(blad)

Het is een van de meest gevreesde onkruidsoorten. Het woekert als de neten en is nauwelijks uit te roeien als je het eenmaal in je tuin hebt aangetroffen. Zevenblad.

Ik heb nooit een eigen tuin gehad en ben dus onbekend met deze schrik der tuinders. Dat verandert als ik bij een vriendin in Nijmegen overnacht. Zij heeft van een buur een verwaarloosd stuk tuin geadopteerd, dat compleet is overwoekerd met allerlei groen. Zevenblad overheerst. Eenvoudig te herkennen aan, nou ja, z'n zeven bladeren dus.


Maar in plaats van mopperen op het onkruid, smullen we ervan. Want dat kan, weet zij. We plukken ieder een bescheiden bosje voor door de pasta.



Ik bof, want een mooi geschiedkundig verhaal heeft ze er ook bij (overig niet geheel toevallig: ze heeft geleerd voor geschiedenisjuf en treedt nu op als verhalenverteller). Ze vertelt me dat de plant ooit meegebracht is door de Romeinen die door het gebied trokken: “Zij wisten dat het gemakkelijk groeit en enorm woekert, en zo hadden de legers overal waar ze kwamen verse groente te eten.” In de Middeleeuwen werd het door monniken gekweekt, vervolgt ze.

Dat lees ik later ook op internet: zevenblad werd in de Middeleeuwen gegeten als groente en gebruikt als geneeskrachtig kruid tegen jicht en reuma. In Scandinavië, Rusland en Letland schijnt het nog steeds het een heel normaal ingrediënt in de keuken te zijn. Ook leer ik dat het boordevol vitamine C, magnesium, kalium en calcium zit, en dat je het heel veelzijdig kunt gebruiken. Gekookt als een alternatief voor spinazie, in een ovenschotel, in een hartige taart, als soep, als pesto en gedroogd in plaats van peterselie. De jonge blaadjes kan je rauw eten in de salade.

Zevenblad met venkel, pasta en komkommersalade

De volgende dag wandel ik van haar huis door het bos naar Ubbergen. Daar zal de trainings- en ontmoetingsdag plaatsvinden voor vrijwilligers die een creatieve gehandicaptenvakantie gaan begeleiden. Overal in het bos zie ik zevenblad groeien.



's Avonds sta ik een half uur langs de kant van de weg, omdat ik met een Rotterdammer meelift die onderweg heel nobel een kapotte auto te hulp schiet. En hoe benut ik die gelegenheid nou beter dan met mijn medelifter de berm in te duiken en een flinke bos zevenblad te plukken? De bestuurder trekt zijn wenkbrauwen op als we met de groene bladeren komen aanwandelen, maar we mogen verder meerijden. En de volgende dag staat er weer een simpel zevenbladmaaltje op het menu.

Zevenblad met rijst, bruine bonen, lente-ui en aardappelsambal

Nee, het blijkt geen typisch Nijmeegse plant te zijn, want in het Haarlemse park waar mijn lief en ik ons zaterdag aan de lentezon laven blijkt het ook te groeien: "He, kijk eens, zevenblad!" Ik sla direct enthousiast aan het plukken. Mijn lief is ook wel in voor een avontuur, maar vraagt nog even voorzichtig of we de volgende ochtend gaan halen. Om te demonstreren dat heel veel wilde planten eetbaar zijn pluk ik een madeliefje, vermaal het tussen mijn tanden en slik het door. Dat gaat hem toch een stap te ver, getuige zijn geschokte blik.

Goed, dan houden we het bij zevenblad.

Zevenblad met rooktofu, courgette, ui en gebakken aardappeltjes

"If you can't beat them, eat them" schrijft de auteur van 'Eetbaar landschap' over zevenblad.

Eet smakelijk!

Trouwens, voor wie het opgevallen is dat ik niet meer dagelijks blog en nauwelijks meer op andere bloggers reageer: die tijd komt hopelijk snel weer. Ik mis het bloggen, maar ik geef – heel volwassen enzo - even prioriteit aan mijn werk, mijn freelance onderzoeksopdracht (interviews houden met mensen die te maken hebben gehad met privacyschending, waarbij het vinden van respondenten nog de grootste uitdaging vormt), en de voorbereidingen voor de muziekvakantie voor gehandicapten die ik in juni ga begeleiden.

O, dit was mijn honderdste bericht!

maandag 21 mei 2012

Guerrillafietsen over de Kaap


Als een kluit toeristen lapten we op onze rode en groene Kronan-fietsjes alle verkeersregels aan de laars. Guerrillafietsen, een nieuwe term was geboren. Uitstekend te combineren met een beetje guerrilla gardening. Want groen kattenkwaad, dat zouden we onderweg uithalen. Enthousiaste gidsen van de Rotterdamse Archiguides voerden ons aan.


Eerst hadden we samen zaadbommen gekneed. Aarde, bloemenzaad, een laatste restje kleipoeder en een klein scheutje water (Thuis doen? Kijk hier voor een hysterische tutoral, of rechts ernaast voor een serieuzere).


Net zo lang tot iedere fietser een zakje vol bommetjes in zijn zak kon stoppen, om later links en rechts om zich heen te werpen.

Foto: Paul van de Blom, een fotograaf die een stukje meefietste

De fietstocht voerde over het Rotterdamse schiereiland Katendrecht, ook wel ‘de Kaap’ genoemd. Ik was er nog nooit geweest. Tot voor kort had ik er ook niet veel aan gemist. Sinds enkele jaren zijn er echter allerlei prestigieuze projecten in ontwikkeling, en schudt het schiereiland langzaam maar zeker zijn imago van hoerenbuurt en Chinatown van zich af.

Nog een foto van fotograaf Paul van de Blom

Met veel bombarie en poseerwerk wierpen we zaadbommen over het hek van een braakliggend terrein. Ook hielden stil bij een hoogdravend Chinees bouwproject en andere architectonisch bijzondere plaatsen, en bij een veldje waar een spannend speelschip voor kinderen zou verrijzen. Niet voor een zaadbombardement, maar over een verhaal over die plekken.


Een Katendrechtse familie stelde haar nieuwbouwwoning met adembenemend uitzicht over het water voor ons open. Als tegenprestatie plantten wij afrikaantjes en Kaap-uchijners in de kleurloze straat.



Anderhalf uur later stonden we weer op het Deliplein, waar de Zaait!-markt op punt van opbreken stond. Een bulghurburger viel er nog net te scoren, want zo veel frisse lucht en gezonde beweging, daar krijgt een mens wel trek van.

En die Kaap? Laat die maar floreren!

zaterdag 19 mei 2012

Rotterdam Zaait!

Al weer bijna een week geleden was het, de Rotterdamse voorjaarsmarkt 'Zaait!'. Onder het mom 'Geen woorden maar zaden' trokken lokale boeren en amateurtuinders naar het Deliplein op Katendrecht, het schiereiland tussen de Rijnhaven en de Nieuwe Maas.

Rotterdamse Oogst organiseerde het festival.

Hoe cool is dat, een hangende moestuin van oude petflessen? Dat wil ik ook gaan uitproberen op mijn minibalkon. Ook ideaal om voor het raam in een stadswoning te hangen, kijk maar eens hier.

2012 is het Jaar van de bij, dus dat beestje kreeg veel aandacht. Gelukkig bleef hij zelf weg, want ik vind hem op plaatjes leuker dan in het echt.

Dat bedoel ik.

Hemels lekkere veganistische cupcakes van Heavenly cupcakes, die moesten geproefd worden! Net als gratis likjes aardappelsambal, honingklaverschapenkaas, brandnetelpannenkoek, chocoladecranberry en madeliefjesboter.

Landleven in de grote stad.

Met in de verte de Euromast (waar ik ooit tijdens een date anderhalf uur vast zat in de glazen lift. En nee, dat was verre van romantisch).


Ik wilde net wat leuke plantjes uitzoeken voor op mijn balkon, toen we geronseld werden voor een fietstochtje door Katendrecht waarbij we onderweg allerlei 'groen kattenkwaad' zouden gaan uithalen.

De foto's en verhalen daarvan moeten even wachten, want anders mis ik over een kwartier (ieks is het al zo laat) mijn trein naar Nijmegen. Wordt vervolgd!


vrijdag 11 mei 2012

Iraanse kinderwerelden in beeld


Je komt nog eens wat tegen als je vier verhuisdozen vol papier uitzoekt. Zoals een grote stapel kindertekeningen. Gemaakt door kinderen uit een oude wijk in het Iraanse Mahallat, een stadje tussen Qom en Isfahan.

Het was 2002, en de stichting Nederland-Iran organiseerde een vierweekse studiereis naar Iran. Er namen studenten uit verschillende studierichtingen aan deel. Ik studeerde op dat moment Culturele antropologie en Perzische talen en culturen, een geknipte combinatie om me bij het reisgezelschap aan te sluiten. De Leidse fotograaf maakte een kuise foto voor op mijn visum en de reis kon beginnen.


Ieder had op zijn of haar eigen expertisegebied een onderzoeksprojectje bedacht. Ik wilde meer te weten komen over de leefsituatie van Afghaanse vluchtelingen in Iran. Mocht dat een te precair onderwerp zijn –en dat bleek al snel- dan zou ik gezellig een tekenwedstrijd organiseren voor de plaatselijke kindertjes. Stiften en tekenpapier had ik bij me, evenals een aantal kleine prijsjes. Ik wilde de kinderen op papier hun dagelijks leven laten verbeelden. Daarnaast zou ik wat gesprekjes met kinderen voeren over hoe hun leven eruit zag, en daar korte verhaaltjes van maken. In Nederland kon ik daar misschien een kleine expositie van in elkaar draaien om aan te bieden bij een bibliotheek of basisschool. Dat is er nooit van gekomen, en de tekeningen verdwenen op den duur in een verhuisdoos. Ten onrechte, want ze zijn geweldig! Tijd om ze eens aan de wereld te laten zien. De verzamelde verhaaltjes kan ik helaas niet meer vinden.

Wat ik zo leuk vind aan de tekeningen is dat ze enerzijds een universele kinderlijke tekentaal laten zien, maar dat er tegelijkertijd veel typisch Iraanse elementen in te vinden zijn.


Moskee.




Thee, de nationale drank. Heb ik nou zo'n dirty mind, of zien jullie hier ook iets heel anders in?


Theepotten op het vuur bij een oude dame thuis.


De buurt waar de kinderen wonen. Lemen huizen met platte daken.



Waarom zie ik op de tekeningen dan zoveel Europese huizen?


Tot Oostenrijks aan toe...


Dat lijkt er meer op.


En dat. Vrijwel alle getekende huizen hebben een enorme antenne, net als in het echt.



Schoolklasje. De meisjes dragen een maghneh-hoofddoek die deel uitmaakt van het schooluniform.


Het meisje rechtsonder op de foto draagt zo'n schooluniform.


Meisje met hoofddoek.


Maar vaker worden meisjes zo getekend. Het haar wordt gevormd door het woord 'asal' (عسل), wat 'honing' betekent. Een zoet en lief meisje dus.


Nog een asal-meisje.


Een omaatje in een vrolijke bloemetjeschador.

Ook Iraanse kleuters beginnen met koppoters.



Herder met schaapjes.


Schaapjes in het echt.



Het project voldoet niet helemaal aan de Arbo-normen.


Kinderen vertellen mij over hun dagelijks leven. De tolk-assistent schrijft mee.



Na een paar tekenmiddagen selecteert de deskundige jury de prijswinnaars. De uitreiking wordt een chaotische toestand waar geen foto's van zijn.


Op audiëntie bij de plaatselijke autoriteiten, om verslag te doen van onze onderzoeksactiviteiten.


In mijn beste Perzisch geef ik een presentatie over mijn tekenproject. Oftewel: ik lees voor wat de tolk voor me heeft vertaald, want zo geweldig is mijn Perzisch nu ook weer niet. De baardmansen stellen daarna allerlei moeilijke vragen, in de veronderstelling dat ik uit de tekeningen de diepste zielenroerselen van de kinderen kan aflezen. Per slot van rekening ben ik wetenschapper.


Zelf ook nog even bevallig poseren voor de camera. In Iran zeg je geen ´cheese´ maar ´hulu´(perzik). Ze kicken daar op zo'n übersexy pruimenmondje.

Hieronder tenslotte nog een rits tekeningen en foto's van deelnemende kinderen. Gewoon, omdat ik niet kan kiezen uit al dat moois. Wat is jullie favoriet?



















Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...